IMG 5758Webbericht, september 2016
Uitwisseling Engeland – Nederland 

De contacten tussen Learning Together Engeland en Nederland bestaan al sinds 2013. Zo zijn de eerste twee groepen Nederlandse reviewers door Sheila Fish en haar collega’s getraind.
In de zomer van 2016 is besloten om elkaar regelmatiger te ontmoeten, tenminste twee keer per jaar, afwisselend in Londen en Nederland. De eerste ontmoeting was op 24-8-2016 in Londen. Doel was om te komen tot een gezamenlijke kwaliteitsvisie op Learning Together. Daarnaast om informatie uit te wisselen over de ontwikkelingen in beide landen, die onverwacht veel overeenkomsten laten zien.

Ontwikkeling in Engeland: landelijke herijking calamiteitenbeleid
In Engeland bestaat breed ongenoegen over het functioneren van de wettelijk verplichte Serious Case Reviews (SCR) . De regering heeft Alan Woods, een vroegere directeur van een Local Authority , opdracht gegeven voor een ‘big review’ (‘Alan Wood Review’).
Het ongenoegen zit er niet zozeer in dat er reviews worden gehouden, maar in het functioneren van de opdrachtgever ervan, de Local Children Safegarding Board (LCSB), die wettelijk in elke Local Authority functioneert. Een van de taken van de LCSB is het uitvoeren van SCR’s. Deze blijken echter weinig rendement op te leveren. De kritiek is: het duurt te lang om een rapport te maken, ze zijn erg beschrijvend en bieden weinig analyse waarom de dingen gebeurd zijn, zoals ze gebeurd zijn, en wat ervan geleerd is. Daarbij speelt mee de LCSB uit lokale partners bestaat. Alleen de voorzitter is onafhankelijk. Veel SCR’s worden nu zonder methodische basis uitgevoerd, mede omdat veel Local Authorities vinden dat ‘common sense’ bij SCR’s volstaat en het niet nodig is “to make it intellectual”.
Alan Woods noemde de SCR’s ‘a toxic brand’ en adviseerde om over te gaan naar een landelijke infrastructuur met twee soorten reviews: ‘local learning inquiries’ (LLI’s) en ‘national serious case inquiries’ (NSCI’s). De resultaten van alle reviews gaan voor thematische analyse naar een nieuw orgaan: het ‘What works centre for child protection’. Op landelijk niveau vindt dan selectie en organisatie van de NCSI’s plaats, die op een of andere manier een significante landelijk betekenis hebben, naar verwachting 10 – 12 per jaar, waarover ook gepubliceerd wordt. Verder moet er een accreditatiesysteem voor leerreviews komen.
De regering heeft de aanbevelingen van Alan Woods overgenomen en is momenteel bezig met de uitwerking daarvan in wet- en regelgeving. Verwacht wordt dat deze ontwikkeling een steun in de rug zal zijn voor Learning Together. Tekenen daarvan zijn dat medewerkers van het Ministerie van Onderwijs, dat in Engeland verantwoordelijk is voor de SCR’s, mee gaan lopen met Learning Together leerreviews en dat de Engelse inspectie in januari/maart 2017 een training krijgt om de principes van Learning Together toe te passen in hun eigen werkprocessen. Daarnaast voert het Ministerie gesprekken met SCIE over kwaliteitscriteria. Blijft staan dat er in Engeland ook geluiden zijn dat Learning Together te cognitief zou zijn.

Ontwikkeling in Nederland: groeiende bekendheid van Learning Together
In Nederland krijgt Learning Together ook steeds meer aandacht:

  • Er is een toenemende vraag naar Learning Together reviews.
  • De instellingen, die opgeleide reviewers hebben, ervaren intern de toegevoegde waarde daarvan.
  • Afstemming met de Inspectie voor Jeugdzorg over wanneer wel/niet een leerreview te houden.
  • Samenwerking met de Onderzoeksraad voor Veiligheid om meer commitment te bereiken voor het leergericht kijken naar incidenten/calamiteiten.

Dit alles tegen een achtergrond van de veranderende verantwoordelijkheden in de jeugdzorg ten gevolge van de invoering van de Jeugdwet per 1-1-2015. 
Sheila Fish en Sarah Peel, de centrale experts van Learning Together in Engeland, vinden dat de ontwikkelingen in Nederland erg lijken op die in Schotland, waar zij ook trainingen geven. Verder hebben zij nog andere internationale contacten, zoals met Zwitserland en het German Jugend Institut. Daar is men echter verder gegaan met een lichtere versie (‘casual sequence analysis’).

Overeenkomsten Learning Together Engeland – Nederland
Een belangrijke overeenkomst tussen Nederland, Engeland en Scotland is de groeiende voorkeur voor systeembenadering van incidenten. Learning Together wordt steeds meer gezien als een heel goede manier daarvoor (“the strongest brand”). Learning Together heeft in deze landen officieel echter geen voorkeursbehandeling en moet zich dus door zijn methodiek en kwaliteit onderscheiden.
Overeenkomst is ook dat Engeland en Nederland veel waarde hechten aan samenwerking op het gebied van internationale standaarden m.b.t. methodiek en de kwaliteit van Learning Together. Die samenwerking zal worden vastgelegd in een gezamenlijk Memorandum of Understanding.

De ontwikkeling van kwaliteitsbeleid
De rode draad door het kwaliteitsbeleid is de terugkerende vraag: “Wat kunnen we leren van deze casus om ons werk te verbeteren?” Alhoewel die leervraag heel vanzelfsprekend lijkt, blijkt keer op keer dat het zoeken naar individuele fouten (soms zelfs schuld) en naar concrete oplossingen hardnekkig is en het leren in de weg staat. Dat lijkt ook de terugkerende valkuil te zijn van de SCR’s in Engeland. Om het leergericht kijken naar sociale en organisatorische achtergronden van een incident/calamiteit te bevorderen, wil Learning Together gezamenlijk de volgende thema’s nader uit werken:

  • Het ontwikkelen van een internationale ‘set of standards’ voor Learning Together, daarbij gebruik makend van SCR Quality Markers van Learning Together Engeland.
  • Het verder uitwerken van de opleidingsroute voor reviewers, in Nederland meer op de Nederlands situatie geënt, leidend tot registratie op een nader af te spreken niveau. 
  • Uitvoering van reviews door tenminste één geregistreerde reviewer en een reviewer in opleiding, die al wel de training met succes heeft gevolgd.
  • De rol van supervisie en de nadere vormgeving daarvan.
  • Het ontwikkelen van een competentieschema van de diverse niveaus van reviewers, aan de hand waarvan zij ook kunnen worden beoordeeld.
  • De verdere borging van de kwaliteit van reviewers door middel van voorwaarden voor het behoud van registratie, zoals praktijkervaring, intervisie en themabijeenkomsten.
  • Verder wordt er toenemend belang gehecht aan de voorbereiding van een leerreview, omdat leren van incidenten alleen werkt, wanneer de (leiding van de) organisatie die leervisie deelt. De Engelsen leggen dat inmiddels vast in een “scoping document” en geven in dat kader soms ook trainingen voor management/verantwoordelijken bij gemeenten en jeugdzorgorganisaties.
  • Het uitwerken van rapportagebeleid in relatie tot privacybeleid.

Wat hebben we geleerd?
Zeker Learning Together moet zichzelf de vraag stellen: “Wat leren we hier nu van?”
Door de groeiende vraag naar leerreviews is het nodig om het aantal reviewers uit te breiden. Daarvoor komt in het eerste kwartaal van 2017 een nieuwe training. Voor die tijd worden de in Engeland afgesproken thema’s uitgewerkt. Daarvoor gaan twee groepen aan het werk:

  • Een ontwikkelgroep, die het basisprofiel, de opleidingsroute en de registratie-eisen voor reviewers gaat verfijnen.
  • Een organisatiegroep, die de bedrijfsmatige aspecten van Learning Together gaat doorontwikkelen waaronder de voorbereiding van reviews, de bekostiging en de wijze van inzet van de reviewers/andere experts van Learning Together
  • Dit moet in het 2e kwartaal 2017 tot tastbare resultaten leiden.

De halfjaarlijkse wederzijdse werkbezoeken Engeland – Nederland zorgen voor extra prikkels om gezamenlijk aan de ontwikkelingen te werken. Eind 2016 zal dat vastgelegd zijn in het ‘Memorandum of Understanding’. Begin 2017 wordt er een ‘Inspiratietafel’ georganiseerd om de ontwikkelingen te delen met de betrokken instellingen.